Copyright © Rihoo Industry (Hongkong) Co., beperkte alle rechten voorbehouden.
LinksSitemapRSSXMLPrivacy Policy2019-03-21
Een mechanisch deel bestaat uit verschillende oppervlakken. Om de relatieve relatie van het oppervlak van een onderdeel te bestuderen, moet een referentie worden vastgesteld. De referentie is het punt, lijn of gezicht op het onderdeel dat wordt gebruikt om de positie van andere punten, lijnen of oppervlakken te bepalen. Volgens de verschillende functies van de benchmark kan de benchmark worden verdeeld in twee categorieën: ontwerpbenchmark en procesbenchmark.
1. Ontwerpbasis
De referentie die op de onderdeeltekening wordt gebruikt om de positie van andere punten, lijnen en oppervlakken te bepalen, wordt het ontwerpdatum genoemd. Zoals getoond in [CC2] van het mouwgedeelte getoond in figuur 32-2, is de ontwerpreferentie van elke buitenste cirkel en binnengat de aslijn van het onderdeel, en het eindvlak is de ontwerpreferentie van het eindvlak B en C. De as van het binnengat is de buitenste cirkel. Radiale springreferentie.
2. Procesreferentie
De referentie die wordt gebruikt bij de verwerking en assemblage van onderdelen wordt de procesreferentie genoemd. Op basis van verschillende toepassingen zijn de processtandaarden onderverdeeld in assemblagestandaarden, meetnormen en positioneringsnormen.
(1) Assembleerreferentie Een referentie die wordt gebruikt om de positie van een onderdeel in een onderdeel of product te bepalen wanneer het wordt geassembleerd, wordt een assemblagereferentie genoemd.
(2) Meting Datum Een datum dat wordt gebruikt om de grootte en positie van een bewerkt oppervlak te controleren, wordt een datum genoemd. Zoals in het deel in figuur 32-2, is de binnengatas de meetreferentie voor het controleren van de radiale uitloop van de buitenste cirkel; en het oppervlak A is de meetreferentie voor het controleren van de lengte en grootte van de grote som.
(3) Positioneringsreferentie De referentie die wordt gebruikt voor het positioneren van het werkstuk tijdens het bewerken wordt de positioneringsreferentie genoemd. Omdat het oppervlak (of lijn, punt) van de positioneringsreferentie alleen het ruwe oppervlak van de blanco kan worden geselecteerd in de eerste bewerking. Dit positioneringsoppervlak wordt een grove referentie genoemd. In de volgende processen kan het bewerkte oppervlak worden gebruikt als referentie voor positionering. Dit positioneringsoppervlak wordt een fijne referentie genoemd.